In het eerste half jaar zijn er in Moerdijk 23 misdrijven per 1000 inwoners gepleegd. Op een inwonertal van ruim 36.500 mensen zijn dat ongeveer 845 aangiftes. De meeste aangiften betroffen woninginbraak, op de tweede plaats staan vernielingen, gevolgd door aangiftes van autodiefstal. Moerdijk valt hiermee in de landelijke middenmoot, maar wat zeggen die cijfers precies?
Het aantal misdrijven is – als we de cijfers mogen geloven – de afgelopen jaren afgenomen. Die daling wordt al jaren als een succes gevierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Maar de vraag is of dat terecht is. Want de cijfers, onder andere afkomstig van het CBS, kunnen makkelijk verkeerd worden geïnterpreteerd.
Dit heeft niet zozeer te maken met de betrouwbaarheid van de cijfers, maar wel met de conclusies en hypotheses die eraan worden gekoppeld. Zo worden misdrijven waar geen aangifte van wordt gedaan, maar die op een andere manier bij de politie terechtkomen, niet in de statistieken meegenomen. Ook verschuiving van de misdaad kan een rol spelen bij het dalen van de cijfers: cybercrime wordt bijvoorbeeld in de meeste statistieken niet meegenomen, die gaan enkel over klassieke misdrijven.